Vanaf het begrotingsjaar 2017 zijn gemeenten verplicht de effecten van beleid toe te lichten door een vaste set beleidsindicatoren op de nemen in de begroting en de jaarrekening. De meeste van deze indicatoren zijn te vinden op www.waarstaatjegemeente.nl, onder het dashboard “Besluit Begroting en Verantwoording”. Dat geldt niet voor de beleidsindicatoren op het gebied van bedrijfsvoering. Hiervoor is geen landelijke bron beschikbaar. Deze indicatoren zijn gebaseerd op eigen gemeentelijke informatie.
In deze paragraaf worden deze beleidsindicatoren gepresenteerd en nader toegelicht.
Beleidsindicatoren bedrijfsvoering | 2020 | 2021 | 2021 |
---|---|---|---|
Rekening | Primaire begroting | Rekening | |
1. Formatie: aantal fte per 1.000 inwoners | 10 | 10 | 10 |
2. Bezetting: aantal fte per 1.000 inwoners | 9 | 10 | 10 |
3. Kosten externe inhuur als % van totale loonsom | 11% | 2% | 12% |
4. Overhead; % van totale lasten | 9% | 9% | 11% |
5. Apparaatskosten per inwoner | 834 | 881 | 905 |
1+2 Formatie en bezetting
De gepresenteerde fte's in de tabel beleidsindicatoren zijn exclusief formatie en bezetting van B&W, Raad en Raadsgriffie. In de formatie wordt geen expliciet onderscheid gemaakt tussen fte formatie werken voor derden (bijvoorbeeld Werkplein Venlo-Venray) en fte formatie van Venlo zelf.
In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de totale formatie en bezetting ( inclusief bestuur) in 2021 gepresenteerd. De stijging in bezetting van medewerkers betreft de personele invulling op de formatie welke gaande weg in 2021 heeft geleid tot een bezetting vrijwel gelijk aan de formatie in fte.
Formatie en bezetting in fte | ||||
Januari 2021 | December 2021 | |||
Formatie | Bezetting* | Formatie | Bezetting* | |
Bestuur | 14 | 14 | 14 | 14 |
Teams | 1053 | 993 | 1047 | 1040 |
Totaal | 1067 | 1007 | 1061 | 1054 |
* Betreft de feitelijke personele bezetting in dienst van Venlo met een vaste of tijdelijke aanstelling inclusief reguliere inhuur op reguliere taken. |
3. Externe inhuur
De gemeenteraad heeft vastgesteld dat de kosten van de totale reguliere inhuur op organisatieniveau niet meer mogen bedragen dan 8% van de personele lasten. De personele lasten worden hierbij gelijk gesteld aan het totaal van de laatst vastgestelde Personeelsbegroting (begrotingsbehandeling 4 november 2016, amendement Specifieke & reguliere inhuur 2017-2020). De totale inhuur ten opzichte van de Personeelsbegroting bedraagt exclusief covid 12%. Een verklaring met betrekking tot de inhuur voor 2021 is opgenomen in de toelichting op de Personeelsbegroting.
4. Overhead
Onder de overheadkosten vallen alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Met het primair proces worden de activiteiten bedoeld die rechtstreeks een bijdrage leveren aan de totstandkoming van de producten en diensten voor onze burgers en bedrijven. Het gerealiseerde overheadpercentage in 2021 ligt inclusief covid effecten in relatie tot personele inzet in lijn iets hoger dan hetgeen in de begroting werd verwacht.
5. Apparaatskosten
De apparaatskosten bestaan uit de loonkosten voor het ambtelijk apparaat, de inhuur en de totale kosten voor overhead (zoals huisvesting en ICT). Kosten voor diensten die zijn uitbesteed, zoals de belastingsamenwerking BSGW vallen niet onder de apparaatskosten. Gemeenten die veel diensten uitbesteden hebben dan ook naar verwachting relatief lage apparaatskosten ten opzichte van gemeenten met weinig uitbestede taken. De afwijking van de indicator wordt veroorzaakt door het gebruik van een andere berekeningswijze.